Zorg dat studenten echt iets te kiezen hebben

Door: Gijs Kooistra, Marek Voesenek, Sander van der Goes en Flore van Grunsven

Wij hebben ons dit jaar in de Universitaire Studentenraad (USR) hard gemaakt voor de idealen waar wij voor staan (zie tekstbox 1). In een goed functionerend medezeggenschapssysteem moet er verschil zijn tussen partijen, zodat studenten echt iets te kiezen hebben. In het huidige samenwerkingsmodel in de USR, ook wel het harmoniemodel genoemd, ligt de nadruk op alles samen doen. Dit zorgt ervoor dat op ieder thema compromissen gesloten moeten worden en wij niet voor onze eigen idealen kunnen opkomen. Omdat dit reguliere samenwerkingsmodel in de studentenraad ons meer kostte dan opleverde, hebben wij besloten om de komende tijd zelfstandig aan de slag te gaan. Dit betekent niet dat wij op onze lauweren zullen rusten. Wij gaan de komende anderhalve maand bijvoorbeeld nog plannen presenteren voor betere privacywaarborging van studenten, meer studentenhuisvesting op de campus en een betere vindbaarheid en capaciteitsverhoging van fietsenstallingen.

Hiernaast zullen wij een plan indienen om de structuur van de USR drastisch te veranderen. Zoals gezegd heerst er in de USR momenteel een cultuur van compromisme en kunnen maar weinig studenten het verschil zien tussen de verschillende partijen. Veel studenten hebben daardoor het idee dat stemmen geen zin heeft. Dit is enorm schadelijk voor het democratisch gehalte van het medezeggenschapssysteem. Dit blijft alleen in stand als kiezers echt iets te kiezen hebben. Alleen op deze manier kan de mening van studenten echt vertegenwoordigd worden in het beleid. Wij willen ervoor zorgen dat de verkiezingen echt van belang zijn en dat de student ook daadwerkelijk iets te kiezen heeft, volgende week maar ook in alle verkiezingen die daarna komen. Hierom pleiten wij voor een democratische USR, waarin alle zetels worden verdeeld op basis van verkiezingen, en een sterk koepeloverleg waardoor de koepelleden hun expertise nog sterker naar voren kunnen brengen.

De Status Quo: een ondemocratische USR

Momenteel bestaat de Universitaire Studentenraad uit veertien leden. Acht van deze leden worden gekozen op basis van verkiezingen en zes worden benoemd door de koepelverenigingen SOFv, NSSR, CODC, B.O.S., CSN en ISON. De gekozen leden hebben op meer onderwerpen stemrecht dan de benoemde leden. Hierbuiten zijn de rechten van beide groepen nagenoeg gelijk. Deze indeling van de USR is gebaseerd op basis van het zogenaamde ‘corporatisme’. Het corporatisme is een theorie dat sterk terugkomt in het Katholieke gedachtegoed en gaat ervan uit dat een lichaam (corpus) het beste functioneert als alle lichaamsdelen in harmonie met elkaar samenwerken. Op basis van deze theorie is ook de USR ingericht.

Deze theorie is echter achterhaald en gaat lijnrecht in tegen de democratie (zie tekstbox 2). De belangrijkste reden dat de huidige indeling niet democratisch is, is dat in de USR in gezamenlijkheid de koers wordt bepaald. Samen bedenken we wat de USR van het bindend studieadvies (BSA) vindt, wat de USR met studiewerkplekken wil en bepalen we de tactieken die we gebruiken om dingen voor elkaar te krijgen. Zolang de partijen het met elkaar eens zijn is hier weinig ondemocratisch aan. Zodra de partijen het echter met elkaar oneens zijn, krijgen de koepelleden de positie dat zij kunnen bepalen welke koers de USR gaat varen.

Een voorbeeld is de notitie over poortjes van studentenpartij asap van afgelopen jaar. AKKUraatd was fel tegen dit plan, maar de koepelleden steunden het. Hierdoor kreeg het plan plots de status van een USR-plan, terwijl maar de helft van de gekozen leden voor het plan was en het dus eigenlijk geen meerderheid had. Op veel momenten is het stemgedrag van studenten tijdens de verkiezingen dus niet doorslaggevend voor de besluitvorming.

Ten tweede, moeten in een goed democratisch systeem studenten echt iets te kiezen hebben. Momenteel is dat niet zo. Koepelleden zijn gebaat bij een cultuur van samenwerking, consensus en volledige transparantie. Deze cultuur zorgt er voor dat de USR alle onderwerpen samen oppakt, overal compromissen op sluit en dat de verschillende meningen niet meer naar buiten kunnen komen. Hierdoor zien momenteel te weinig studenten het verschil tussen asap en AKKUraatd. Wanneer de koepelleden geen lid meer zijn van de USR zal de cultuur veranderen waardoor partijen weer duidelijk kunnen maken waar zij voor staan.

Ten derde, moet het in een goed functionerend democratisch systeem mogelijk voor nieuwe partijen zijn om een zetel te bemachtigen. Op deze manier worden nieuwe politieke bewegingen snel omgezet in zetels en worden de gevestigde partijen scherp gehouden. Door het kleine aantal verkiesbare zetels is de kiesdrempel echter hoog: maar liefst 12,5%. Tijdens de verkiezingen van 2017 had De Vrije Student (DVS) 9,3% van de stemmen gehaald. Normaal gesproken zou dit minstens één zetel waard moeten zijn. Door de hoge kiesdrempel kwam DVS echter niet in de raad. Wanneer alle veertien zetels op basis van verkiezingen worden behaald wordt de kiesdrempel rond de 7 procent en wordt het dus gemakkelijker voor nieuwere partijen met een nieuwe mening om een zetel te halen.

Tot slot, staat of valt het huidige systeem met de neutraliteit van de koepelleden. Om enige mate van democratie te behouden is het belangrijk dat koepelleden zich neutraal kunnen opstellen en zich niet mengen in fractiepolitiek. Op de neutraliteit van koepelleden kan echter allerminst vertrouwd worden. Het gebeurt regelmatig dat koepelleden fractielid zijn (geweest) van een van de partijen en ook is het in het huidige systeem mogelijk voor een partij en een koepellid om een samenwerkingsverband te sluiten. Over deze samenwerking is de laatste jaren al regelmatig discussie gevoerd. Alhoewel erop vertrouwd moet kunnen worden dat koepelleden zich neutraal zullen gedragen blijkt dit in de praktijk lastig.

Toekomstmuziek: Een democratische USR en een sterk koepeloverleg

Vanwege bovenstaande redenen pleiten wij voor een verandering van het medezeggenschapssysteem aan de Radboud Universiteit. Wij willen dat alle USR-zetels op basis van verkiezingen worden verdeeld. In de USR worden de beslissingen genomen door gekozen leden, wat ervoor zorgt dat de beslissingen die daar genomen hebben ook daadwerkelijk legitimiteit hebben. Partijen kunnen samenwerken op de dossiers waar zij dat wenselijk vinden, zoals wij afgelopen jaar hebben gedaan met bijvoorbeeld het BSA. Zij kunnen dan voor hun eigen idealen opkomen in eigen initiatiefvoorstellen. Wanneer de rest van de USR deze voorstellen steunt zijn zij natuurlijk van harte welkom hun steun hiervoor uit te spreken.

Naast een democratische USR moet er een sterk koepeloverleg komen. Op deze manier blijft de belangrijke expertise van de koepelverenigingen behouden. Dit koepeloverleg zal zelfstandig gesprekken voeren met leden van het College van Bestuur (CvB) en beleidsmedewerkers. In de huidige situatie voert vooral het presidium van de USR gesprekken met het CvB. In de nieuwe situatie kunnen koepelleden veel directer invloed uitoefenen op de zaken die voor hun achterban van belang zijn en hoeven zij geen tijd meer te besteden aan thema’s die voor hen weinig tot geen relevantie hebben. Ook moeten zij vanuit hun nieuwe rol aan kunnen sluiten bij de USR wanneer stukken worden besproken die over hun thema’s gaan.

Kortom: door alle zetels in de USR op basis van verkiezingen te verdelen en een sterk koepeloverleg in te stellen wordt de USR democratischer en krijgen koepelleden meer invloed op de thema’s die hen aangaan dan zij nu hebben. Dit is een win-win situatie voor alle partijen. Wij zijn voor een medezeggenschap waar studenten echt iets te kiezen hebben en waar studentenmeningen zo goed mogelijk vertegenwoordigd worden in het beleid op de Radboud Universiteit.